inleiding Leerwinst-methode
de Leerwinst-methode
De Leerwinst-methode betreft een leerlingcapaciteitonafhankelijke berekening van de toegevoegde waarde van basisscholen. Kort wordt de bedoeling en kenmerken van de Leerwinst-methode aangegeven. Daarna worden de de pré’s van de Leerwinst-methode opgesomd.
inleiding
De Leerwinst-methode peilt schooleffectiviteit (of toegevoegde waarde) in het basisonderwijs. Deze methode is ontwikkeld door De Loos Monitoring.
De Leerwinst-methode beschrijft de wijze waarop de Leerwinst-methode de knelpunten bij bestaande effectiviteitsmetingen ondervangt. De beschrijving toont vervolgens op welke wijze stap voor stap schooleffectiviteit binnen de Leerwinst-methode wordt berekend.
Ook wordt aangegeven aan hoe over de uitkomsten van de Leerwinst-methode wordt gerapporteerd, hoe deze kunnen worden beoordeeld en voor wie de rapporten relevant zijn.
aanleiding
De ene school boekt structureel hogere toetsresultaten dan de andere. Zegt dat iets over de kwaliteit van het geboden onderwijs? Prestaties van leerlingen zijn afhankelijk van schooleffectiviteit en leercapaciteit van leerlingen . En de leercapaciteit en de leerachterstanden hangen samen met de sociaal-economische positie van de gezinnen en de culturele en talige achtergrond van de leerlingen.
De vraag is in hoeverre de school bijdraagt aan het aanboren en ontplooien van de talenten van leerlingen. Even gewenst is in het kader van bestrijding van onderwijsachterstanden inzicht in welke mate scholen erin slagen om leerlingen met een beperkte leercapaciteit of met leerachterstanden te tillen naar een minimaal of voldoende niveau. De bijdrage van de school moet in beide gevallen worden onderscheiden van de leercapaciteit van de leerlingen.
Een maat voor schooleffectiviteit is maatschappelijk relevant en essentieel voor schoolverbetering. De onderwijsraad benadrukte al in 2003 het belang de schooleffectiviteit te peilen. Helaas bestaat hiervoor (nog) geen onomstreden manier dit te berekenen:
. Een voor de hand liggende benadering is de eindprestaties van leerlingen te vergelijken met hun niveau bij binnenkomst in de school. Deze benadering heeft een erkend en zwaarwegend aantal methodische onvolkomenheden.
. In het advies van Bosker e.a. (2006 ) om te komen tot een heldere maat voor schooleffectiviteit, wordt gepleit voor een criteriumgerichte benadering: welk percentage leerlingen heeft aan het einde van het basisonderwijs een minimaal of voldoende niveau op de kerndoelen (de criteria) die gelden voor het basisonderwijs én wat is het gemiddelde vaardigheidsniveau op de onderscheiden domeinen? Deze benadering heeft echter beperkte mogelijkheden voor onder meer kwaliteitsverbetering.
De Loos Monitoring heeft deze methode ontwikkeld als antwoord op gevoelde behoefte aan een meer betrouwbaar en nauwkeurig meetinstrument die de problemen en beperkingen van huidige methoden ondervangt, en die past in beide benaderingswijzen (schoolverbetering én referentieniveaus).
De Leerwinst-methode geeft een samenhangend zicht op prestaties, toegevoegde waarde en rendement. De methode richt zich op schoolse vaardigheden. De Leerwinst-methode biedt een eenduidige en inzichtelijke maat op hoofdlijnen. De Leerwinst-methode geeft zicht op onderwijsachterstanden en maakt een eerlijker vergelijking tussen scholen mogelijk.
Belangrijk uitgangspunt is scholen niet te belasten met extra toetsen; de methode behoeft geen extra toetsing, maakt gebruikt van de (historische) resultaten in het leerlingvolgsysteem en eindtoetsresultaten en telt alle leerlingen . De voornaamste toets voor prestatiepeilingen in Nederland, te weten de eindtoets basisonderwijs van het CITO, maakt integraal en herkenbaar onderdeel uit van de Leerwinst-methode.
De Leerwinst-methode levert een grote diversiteit aan overzichten, rapporten en grafieken opleveren. De rapporten over deze resultaten zijn ook begrijpelijk voor mensen zonder statistische deskundigheid (zoals docenten en ouders).
Zie ook ter illustratie een factsheet met leerwinst.
pré’s van de Leerwinst-methode
De Leerwinst-methode heeft een aantal pré’s boven andere methoden voor effectiviteitspeilingen:
. direct in te voeren en operationeel tegen lage kosten en beperkte belasting van scholen;
. compact kernachtig verslag van actuele leerwinst, met rijke scala aan nadere verbijzonderingen, trends en vergelijkingen;
. begrijpelijke uitkomsten voor horizontale verantwoording; informatief voor ouders, bestuur en anderen die minder bekend zijn met toetsing;
. uitkomsten per groep, in principe vanaf groep 4 (het niveau in groep 3 vormt daarbij de referentie), inclusief resultaten dle-testen, entreetoetsen, diverse eindtoetsen en indicatief ook toe te passen in de onderbouw;
. toont schooleffectiviteit bij onderscheiden groepen leerlingen (bv. leerlingen met verdiept/intensief arrangement, leerlingen met achterstanden/voorsprong of voormalige zittenblijven/wisselaars/neven-instromers);
. benut huidige toetsingspraktijk en momenteel reeds opgeslagen toetsresultaten, dus staat het de school vrij eigen toetsen, leverancier en agenda te bepalen;
. levering via bestaande exports vanuit om. ESIS, ParnasSys, WinSas, LOVS en REB via mail aan reeds ontwikkelde “Toetsdepot”. Bewerkingen zijn in te bouwen in toetsadministraties. Geen ingewikkelde toelichtingen en handleidingen;
. alle leerlingen tellen mee, ook wanneer ze doubleren, schoolwisselen, zij-instromen of uitstromen naar het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en leerwegondersteund onderwijs: Er raken geen leerlingen zoek;
. zeer nauwkeurig, dus geschikt voor kleine groepen en scholen;
. ook zicht op winst/verlies bij groepen leerlingen of scholen met extreme scores (A+ of E);
. stimuleert keuzebepaling, profilering, positionering en eigen verantwoordelijkheid van school;
. leerwinst en prestatieniveau kennen dezelfde maat: leerwinst is een deel van het prestatieniveau;
. centrale verwerking van individuele resultaten, maar geen centrale opslag.
Kwaliteitsbeleid behoort volgens De Loos Monitoring primair tot de taken van het bestuur. En is het aan besturen om zorg te dragen voor effectiviteitspeilingen en beoordeling van het kwaliteitsbeleid.