datasabbatical
Wat is waar?
Onze breinen zijn er meester in te conceptualiseren. En vervolgens wisselen we deze representaties van de werkelijkheid onderling uit. We kunnen de intersubjectieve werkelijkheid stoelen op basis van een snel uitdijende data en analyses. En soms is het dan verleidelijk zelf niet meer rond te kijken in het wereld, waar van oorsprong deze data uit zijn gedestilleerd. En te controleren of onze beelden nog wel zo goed passen op de werkelijkheid.
Dat waren mijn gedachten bij het lezen van de column van Martijn de Groot in het kwartaalblad Data&Research. De columnist stelt voor, om geregeld een datasabbatical te houden: zich een tijdje van de data af te keren en zich onder te dompelen in de echte werkelijkheid.
Wat staat ons te doen?
In mijn visie is er een alternatief. En dat is het een spel tussen de data-analist (wegwijs in de wereld van data én onafhankelijk) en de informatiegebruiker (belanghebbend én dichter bij de werkelijkheid). Zij proberen tezamen zicht te krijgen op de ontwikkelingen en scherp voor ogen te krijgen wat er gedaan moet worden.
Niet al mijn opdrachten vragen van mij om dicht op de data te zitten. Dat maakt de datasabbatical voor mij minder urgent. Het is wel zaak er voor te zorgen dat alle uitkomsten getoetst en kwalitatief beoordeeld worden door direct betrokkenen. En daarvoor moet binnen opdrachten voldoende ruimte worden ingebouwd.