De Loos Monitoring wordt steeds vaker ingezet bij het monitoren van overgangen, om te beginnen bij de overgang po>vo. Maar ook is de belangstelling voor overgang vo>mbo groot. Inmiddels zijn er diverse rapportages beschikbaar. Hieronder een korte exposé van de de rapportages po>vo.
De Loos Monitoring onderscheidt bij de overgang po>vo een viertal analyses/rapportages:
. analyse van de overgang zelf;
. analyse van de positie in het 3de jaar na de overgang;
. terugkoppeling aan het po van de individuele trajecten in het vo;
. analyse van de diplomering na het 5de jaar na de overgang.
In elk van deze analyses vormt het schoolkeuzeadvies van het primair onderwijs het vertrekpunt. Maar ze kennen een eigen functie of hebben een centrale focus. De basisgegevens voor elk van deze analyse komen uit de koppeling van de lokale registraties van de overgang po>vo en de regionale BRON-informatiekubussen.
analyse van de overgang
Centrale focus van de analyses van de overgang, is de wijze waarop deze overgang lokaal functioneert. Welke adviezen worden er verstrekt en in welke mate komen deze overeen met de resultaten op de eindtoets en/of intelligentieonderzoeken? Voor welke toetsen is er gekozen? En in welke mate is er sprake ten tijde van de overgang sprake van onderwijsachterstanden of beperkte leercapaciteit? Voor welke vo-scholen wordt er gekozen en hoe groot is de pendel?
De functie van deze rapportage is lokaal te bezien in welke mate de overgang soepel verloopt.
analyse van de positie in het 3de jaar na de overgang
Centrale focus van deze analyse is te zien of leerlingen geplaatst zijn (of gekozen hebben) voor een vruchtvol traject. In deze analyse wordt ingegaan over er sprake is van wisselingen van allerlei aard (schoolwisselingen, op- en afstroom, vertraging, uitval). Het lijkt in deze deels op de kwaliteitskaart van de onderwijsinspectie, maar is meer gericht op het verbeteren van de overgang en lokale overgangsprocedure en schoolkeuzeadvisering.
terugkoppeling po
In de voorgaande analyses staan de lokale bevindingen centraal. De terugkoppeling staan de individuele vo-trajecten centraal. Hoe doen de voormalige leerlingen het na de overgang? Zijn de inschattingen juist gebleken?
De basisscholen ontvangen 3 jaar na de overgang een vertrouwelijk overzicht van de individuele trajecten.
analyse van de diplomering na de overgang
Na het 5de jaar kan een balans worden opgemaakt: de meeste leerlingen die (zullen) overgaan naar het middelbaar beroepsonderwijs, hebben dan hun voortgezet onderwijs dan afgerond. En aldus kan worden bezien in welke mate het voortgezet onderwijs er in geslaagd is de leerlingen voor te bereiden op het middelbaar beroepsonderwijs. Met welke leerlingen het middelbaar beroepsonderwijs te maken krijgt.
Zijn leerlingen overeenkomstig hun advies in 4 jaar gediplomeerd? Of is er sprake van vertragingen, instroom vanuit het havo (of havo-advies) of praktijkonderwijs, een voortijdige ongediplomeerde instroom, of met een tussentijdse uitval of schoolwisselingen? En (in dat licht) voor welke opleiding kiezen zij dan voor hun vervolg in het middelbaar beroepsonderwijs?
overgang vo>mbo
De bovenstaande analyses/rapportages nemen bij voortduring het schoolkeuzeadvies van het primair onderwijs in ogenschouw. Vergelijkbaar aan deze analyses van de overgang po>vo heeft De Loos Monitoring ook rapportages ontwikkeld, die zich met name richten op de overgang vo>mbo. Daarbij vormen de vooropleiding en diplomering (ipv het schoolkeuzeadvies) het vertrekpunt.