Categorie: reporting & visuals

modelrapport, visualisatie, normen, effectrapportage, monitor, bestuursrapport, managementoverzicht

oversterfte sinds Corona-epidemie

Er sterven meer mensen tijdens de Corona-epidemie. Op basis van sterftecijfers per week is te zien, hoezeer de sterfte samenhangt met de epidemie. Het blijkt dat sinds 1 januari in week 34 0.62% van de bevolking is overleden. Dat is meer dan in voorgaande jaren.

Jaarlijks overlijdt ongeveer 0.9% van de bevolking. Dat is niet gelijk voor alle leeftijden. De volgende visual laat zien hoe de sterfte per leeftijdscategorieën verschilt:

De visual toont de cijfers van 2020, en laat ook al enigszins zien dat er sinds week 11 er meer overledenen zijn dan in de weken daarvoor. De volgende visual toont het percentage overledenen per week:

Tijdens de Corona-epidemie piekte het sterftecijfer van met name de 90-plussers. Dat is ook cumulatief goed zichtbaar. Opvallend is overigens wel dat onder de 90-plussers de sterfte in 2020 vergelijkbaar is, aan de sterfte in 2018, toen er een griep-epidemie was in februari:

Ook valt op dat in 2020 aanvankelijk sprake was van minder sterfte in vergelijking met voorgaande jaren. In de volgende visual is het cumulatieve percentage overledenen 2020 afgezet tegen het gemiddelde van 2017 tot en met 2019. Dit is voor elke leeftijdcategorie afzonderlijk gedaan:

De visual toont dat in week 11, er 1.0%punt minder overleden 90-plussers waren. Daarna steeg de sterfte tijdens de ‘eerste golf’ van de epidemie.
Na de piek van de Corona-epidemie waren er 0.6%punt meer 90-plussers overleden. Daarna werd wordt het verschil met de jaren 2017-2019 weer wat kleiner. Dit tot dat in week 33 de hittegolf meer slachtoffers maakte.
Eenzelfde beeld is zichtbaar bij de jongere leeftijdtijdscategorieën, maar dan in minder sterke mate.

Opvallend is nu dat de sterfte bij de 65- tot 80-jarigen wat blijft hangen op een verhoogt niveau. De volgende visual toont wederom het verschil in de sterfte in 2020 ten opzichte van het gemiddelde van 2017-2019, maar dan relatief (ook wel procentueel):

De visual toont dat er tot nu toe (week 34) +5% meer 65- tot 80-jarigen zijn overleden, in vergelijking met de drie voorgaande jaren.

Corona

segregatie

Kiezen ouders voor een school voor hun kinderen met een overeenkomstig profiel? Kiezen ouders met een hoge opleiding voor een basisscholen waarbij de andere ouders ook een hoge opleiding hebben?
Is er sprake van evenredige vertegenwoordiging, conform een doorsnede van de wijk of het wervingsgebied?
Of zijn er groepen over- dan wel ondervertegenwoordigd op de school?

De Loos Monitoring heeft indicatoren ontwikkeld die hier zicht op geven.

Concentratie is vergelijkbaar aan Dominantie.
Dominantie gaat over de groep die absoluut, in aantallen het sterkst op de school vertegenwoordigd is, bijvoorbeeld ouders meer ‘hogere opleidingen’.
Concentratie gaat over de groep die relatief, het sterkst oververtegenwoordigd is.

Concentratie, oftewel oververtegenwoordiging, wordt uitgedrukt in ‘gebogen vertegenwoordiging’.
De schaal loopt van 0% (geen oververtegenwoordiging) tot 100% (absolute oververtegenwoordiging).

spreiding van leerkrachten

Op scholen met meer leraren op HBO-niveau, hebben ouders door de bank genomen een hoger opleidingsniveau (microdata CBS).
Dit verband is sterker in stedelijke gebieden (indeling van het CBS):


In de studie van de onderwijsinspectie naar het lerarentekort (april 2019), bekijkt de inspectie de verdeling van leraren over de scholen (hoofdstuk 4). Ze laat zien dat leraren met een HO-diploma beter vertegenwoordigd zijn op scholen waar de ouders hoger zijn opgeleid: 

De Loos Monitoring heeft beide figuren samengevoegd en de vier onderscheiden opleidingsniveaus van de ouders, vervangen door een profielwaarde. Hieronder de berekening van de norm.

De referentie (of norm) is daarbij het landelijke opleidingsprofiel van de ouders (met profielwaarde 141%). In de bovenstaande tabel

Door te werken met profielwaarden worden verbanden (aandeel HBO-leraren vs. opleidingsniveau ouders) en verschillen (stedelijk vs. landelijk) inzichtelijker gemaakt.
Statistische waarden, zoals correlaties en regressiefactoren, zijn dan niet meer zo nodig.