Categorie: design & model

indicatoren, algoritmen, informatiekubussen, methodologie

indicatoren primair onderwijs

De Loos Monitoring levert standaardindicatoren of ontwikkelt ze desgewenst op maat van de informatievraag. Hieronder een korte exposé van indicatoren voor het primair onderwijs:
· leerwinst (toegevoegde waarde)
· integratieindicatoren
· spreiding doelgroepen voorschool over het land
· fusiegolf in het basisonderwijs & effecten
· typeprofiel primair onderwijs
· belang van de regionale functie
· weging van achterstandsfactoren (hieronder een voorbeeld)

· schoolscoregroep
· eindtoets en afwijkingsscore schoolscoregroep
· percentage vertragingen basisonderwijs
· trajecten (in- en uitstroom) basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en expertise centra
innovatie “leerwinst” uitgelicht
LeerWinst is een innovatieve aanpak om de toegevoegde waarde te berekenen. Het vormt een echt alternatief om eerlijk schooleffectiviteit te beoordelen. LeerWinst wordt berekend met behulp van uw toetsadministratie. De Loos Monitoring heeft in aansluiting met de LeerWinst-methode:
· peilingen geschikt gemaakt voor leerlingen met extreme goede prestaties (A+ tot en met A+++) en voor speciaal onderwijs (leerachterstanden van meer dan 2 jaar);
· deze methode geïntegreerd met het Onderwijscontinuüm;
· effectiviteit verbijzonderd naar leerlingen met leerachterstanden (criteria: ‘onder minimum’, ‘onvoldoende’ en ‘voldoende’);
· een internetrobot ontwikkeld voor verzameling van toetsresultaten;
Zie elders meer informatie. Hier al vast links naar flyers betreffende het hoe en waarom, over bovenschoolse vergelijkbaarheid en de landelijke norm en over het gebruik van uw toetsadministratie.

beschrijving van kwaliteitsindicatoren

De Loos Monitoring heeft een aanpak ontwikkeld om kwaliteitsindicatoren systematisch te beschrijven.
Dit is nodig om een meer evenwichtig cijfermatig beeld te geven van een situatie, en zo nodig aanvullende indicatoren te ontwikkelen.

Het komt nogal eens voor dat alleen de meer voor de hand liggende en eenvoudigste indicatoren worden opgesteld. Hierdoor ontstaat een scheef beeld en zijn de kwaliteitsindicatoren beperkt functioneel. Door de gebruikte indicatoren systematisch te beschrijven zal in ieder geval deze onevenwichtigheid zichtbaar worden en de bruikbaarheid groter zijn. Ook zullen meerdere actoren zich meer herkennen in de resultaten.
De systematiek vormt een handreiking om nieuwe en passender indicatoren te maken.

van de taalmonitor naar de prestatiemonitor

van een taalmonitor naar de prestatiemonitor
De Loos Monitoring heeft een taalmonitor ontwikkeld. Deze Taalmonitor analyseert de lokale taalprestaties in het basisonderwijs en laat (anoniem) de verschillen zien tussen de scholen. De deelnemende scholen en peuterspeelzalen ontvangen een eigen schoolrapport, waarin zij zichzelf vergeleken zien in de tijd én met andere scholen, wederom anoniem.
De Taalmonitor is in tweede instantie verbreed tot de Prestatiemonitor, waarin alle schoolse vaardigheden zijn meegenomen. De taalmonitor en prestatiemonitor analyseren lokale toetsresultaten uit een periode van zes schooljaren.
De Loos Monitoring is erin geslaagd om ondanks verschillende toetsen en toetsmomenten tussen en binnen de scholen, een eenduidig beeld te schetsen van de lokale taalvorderingen. De Loos Monitoring heeft daarvoor nieuwe indicatoren ontwikkeld:
• niveauprofiel (voor vergelijking tussen vaardigheden onderling)
• prestatieniveau (voor het afzetten tegenover de landelijke norm en voor geavanceerde grafishe presentaties)
• uitval (schatting van het percentage leerlingen waarvoor uitval dreigt aan het einde van de basisschoolperiode)
• leerwinst (schatting van schooleffectiviteit)