Categorie: aanbod

doodsoorzaken en Covid-19

Sinds de Corona-epidemie is er veel meer mensen overleden in Nederland dan in voorgaande jaren. De volgende visual toont de omvang van de oversterfte. Het percentage brengt dit aantal in perspectief:

Er kan geen één op één relatie worden gelegd tussen de omvang van de oversterfte en het aantal overledenen aan Covid-19. Daarvoor moet ook gekeken worden naar de doodsoorzaken. In welke mate is Covid-19 cruciaal geweest bij de oversterfte? Het CBS stelt na vier maanden de doodsoorzaken, inclusief Covid-19 beschikbaar. De volgende visual toont de doodsoorzaken van de hele bevolking.

nb: ik zal binnenkort de volgende visuals actualiseren met de doodsoorzaken tot en met september 2021 c.q. het derde kwartaal van 2021.

En dit blijkt inderdaad het geval: Covid-19 is inderdaad de oorzaak van de huidige oversterfte in Nederland.

nb: dit betreft de meest recente gegevens over de doodsoorzaken (per november beschikbaar).

Maar wat ook blijkt – en dat is verrassend – is dat er het eerste kwartaal van 2021, minder mensen overlijden aan de andere doodsoorzaken: Er sterven minder mensen dan verwacht aan vanouds “niet Covid-19” doodsoorzaken. Inmiddels is ook oversterfte bij niet-Covid (+800). Vermoedelijk gaat het hierbij om doodsoorzaak “symptomen” (hierover verderop meer). Hieronder een uitsplitsing naar zeven hoofdgroepen per kwartaal:

De volgende visual splitst voor 2020 de oversterfte door “Covid-19” versus “niet Covid-19” uit voor de verschillende leeftijdsgroepen (helaas nog niet voor 2021):

Tot nu toe is er alleen het onderscheid gemaakt “Covid-19” vs. “niet Covid-19”. Maar er worden vele doodsoorzaken onderscheiden, verdeeld over diverse hoofdgroepen (waaronder een eigen groep voor “Covid-19”).
De volgende visual toont de over- en ondersterfte per ziekte (ik heb de kleinere groepen samengenomen).
Het laat zien dat in 2020 naast Covid-19, ook sprake is oversterfte bij nieuwvormingen (dat is een mooier woord voor kanker), ongelukken (dit gaat dan met om “ongelukken thuis”) en symptomen (dit gaat over een relatief grote groep overledenen die niet gediagnosticeerd zijn, en veelal binnen 24 uur na de eerste ziekteklachten overleden zijn):

Tegelijk zijn er in 2020 minder mensen dan verwacht overleden aan onder meer longziekten (mogelijk door minder griep), hart- en vaatziekten en psychische stoornissen (incl. ziekte van zenuwen en zintuigen). Helaas is er nog geen zicht op de opvallende ondersterfte in het eerste kwartaal van 2021: aan welke ziekten of ongevallen sterven nu minder mensen?

Het bovenstaande (liggend) profiel, is hieronder (staand) uitgesplitst voor de verschillende leeftijdscategorieën:

Daaruit blijkt onder meer, dat, anders dan de andere leeftijdscategorieën, 65-80 jarigen in geen van de doodsoorzaken een ondersterfte kennen, met uitzondering van een lagere sterfte door longziekten.

Corona

oversterfte en doodsoorzaken

Elke week maakt het CBS de oversterfte bekend. In de onderstaande visual is de oversterfte samengebundeld tot de oversterfte per kwartaal en zijn de onderlinge percentages vergeleken.

Het 1ste kwartaal van 2020 betreft week 10 t/m 13. Het 1ste kwartaal van 2022 gaat over de 1ste vier weken. Dus de aantallen zijn niet helemaal vergelijkbaar. Ze staan wel boven de staaf vermeld.

Hieronder is de oversterfte uitgesplitst voor vijf leeftijdsgroepen:

Het RIVM meldt dagelijks het aantal overledenen aan Covid-19. De volgende visual vergelijkt deze RIVM-meldingen met de oversterfte, zoals gemeld door het CBS:

De volgende visual vergelijk de oversterfte (CBS) en overledenen aan Covid-19 (RIVM) per week:

Het laat zien dat in het vierde kwartaal van 2021,de oversterfte zoals gemeld door het CBS, veel meer afweek van het aantal Covid-overledenen zoals gemeld door het RIVM, dan in andere perioden van de pandemie.

Corona

visuals met cushions

MagnaView (inmiddels ter ziele) was een datavisualisatietool die prachtige visualisaties maakte met cushions (tegeltjes). Dit bleek zeer toepasbaar bij verslag over de toewijzingen van gemeentelijk subsidies aan kunstinstellingen. Daarbij was het zaak de grote onderlinge en relevante verschillen, deze niet onder te laten sneeuwen met gemiddelden (of andere middenmaten) én tegelijk het overzicht te houden.

In de onderstaande visual met kunstinstellingen (anoniem) zijn er meerdere details meegenomen:

  • elke kunstinstellingen die subsidie ontvang is één cushion. De grootte van de cushions geeft aan hoeveel subsidie is toegekend;
  • de visual toont de totale omvang van de gemeentelijke subsidie (de gehele visual) met daarin de 147 gesubsidieerde instellingen;
  • de instellingen in dezelfde subsidieruimte staan in drie blokken bijeen:
    • functie op naam = internationale faam;
    • functie zonder naam = grootstedelijk aanbod;
    • vrije ruimte = lokale instellingen;
  • binnen de subsidieruimte staan de instellingen met dezelfde functie ook weer in blokken bij elkaar (negen blokken: Podium, Muziek, Theater, Dans, Museum, Film, Letteren, Beeldend, Cultuureducatie);
  • het aandeel eigen inkomsten van de instelling is aangegeven met een kleur. In de linker onderhoek staat het percentage nogmaals genoemd (mits voldoende ruimte).

De volgende visual toont nog een extraatje, namelijk de instellingen (cushions) zijn geordend van groot naar klein (van links/boven naar rechts/onder).
De visual toont het gesubsidieerde bedrag per functie in een staafdiagram, met cushions in kleur van de subsidieruimte: